zondag 1 september 2013

We love Albania

Hallo trouwe volgelingen,
hier weer een update van Sipke en Ineke, nog steeds, of eigenlijk alweer,  vertoevend in het prachtige en zeer aangename Albanië. Het is een zeer verrassend land, zowel qua natuur als levensstijl. We voelen ons zeer op ons gemak, niet in de laatste plaats vanwege de relaxte sfeer, met name in het verkeer. Regels zijn er wel, want we hebben hier en daar een bord langs de weg zien staan. Maar naleven, ho maar ! Dit levert soms spannende situaties op, maar wonderlijk genoeg hebben we geen ongelukken of erger gezien. Het regelt zich allemaal vanzelf en dat maakt het ook wel weer erg leuk. Politie zie je niet of nauwelijks en ze rijden daarnaast in auto’s die zelfs onze bus niet kunnen bijhouden….
Gistermorgen zijn we vertrokken vanaf de camping in Struga en het meer van Ohrid rondgereden. Aangezien dit meer nu ook weer niet de omvang van een oceaan heeft, waren we redelijk snel aan de andere kant, dit allemaal nog steeds in Macedonië. We hebben een bezoek aan Ohrid gebracht waar we koffie hebben gedronken en een tosti aan het water. We wilden een camping bezoeken aan de zuidkant van het meer, maar dit leek meer op een caravanstalling dan op een camping. Het deed ons een beetje aan een strafkamp denken, een overblijfsel uit de communistische tijd.
Camping met meerzicht in Pogradec
Je komt overigens in deze streken wel meer zaken tegen die daaraan doen denken, zoals bunkers langs de weg en grensovergangen met lange wachttijden en procedures. Wij hebben hier trouwens weinig last van want Sipke heeft zijn pokerface thuis gelaten.
Uiteindelijk zijn we, na bijna het complete rondje rond het meer vol gemaakt te hebben, op een camping even ten noorden van Pogradec in Albanië terecht gekomen. Een kleine camping met uitzicht op het meer, en waar je de levende forel voor het menu van die avond zelf kon uitzoeken. Maar voor het zover was hebben we het centrum van Pogradec bezocht. We hadden al het een en ander van Albanië meegemaakt, maar in het centrum van een middelgrote stad in een land als dit val je van de ene verbazing in de andere. We kwamen onder andere terecht in een markt in een grote, aftandse fabriekshal,
Markt
gelegen aan een pad waar je je benen brak in de kuilen en over de stenen. Dit zie je eigenlijk alleen in reportages over landen als India ofzo. Nu was het nog droog, maar je wilt niet weten wat er in zo’n steeg gebeurt als het regent ! En overal lopen honden, en geen fikkies zoals bij ons. De meeste zijn eigenlijk gewoon zielig, maar het hoort schijnbaar bij het gewone straatleven. De meeste koopwaar in de hallen bestond uit kleding en groente en fruit. We hebben er trouwens een heel erg duur luchtje gekocht, en wel van het merk “ Hogo Boos “ ( dit is geen spelfout ). Het doosje was zo nep dat we het niet konden laten staan. Verder hebben we midden in het centrum gewoon een poosje naar de dagelijkse gang van zaken zitten kijken. Geweldig gewoon. Stel je het centrum van Burgum voor, maar dan in een enge, boze droom, of een steengoede parodie op het gewone leven in Friesland. Getoeter, parkeren in het midden van de weg, de dorpsgek die het verkeer staat te regelen, een busje vol meloenen en ga zo maar door.

Busje vol meloenen

s’Avonds hebben we erg lekker gegeten in het campingrestaurant en troffen we een Israëliër die op zijn motor een tocht maakte door Zuid en Oost Europa. Hij kwam met de ferry vanuit Haifa naar Athene en we hadden een erg interessant en ongebruikelijk gesprek met hem. Ook dit soort dingen maakt dit een mooie vakantie tot nog toe. Wat het minder leuk maakte was een invasie van krabben in het restaurant op het eind van de avond. Hier had zelfs onze Israëlische commando ook geen antwoord op en hij vertelde dat hij bang was van “ small creepy things “, Ineke overigens ook. Gelukkig slapen wij in een daktent ! En aan de rand van het meer van Ohrid was het fijn snurken, zo met het geklater van het water op de achtergrond.
Vanmorgen, zondag, was het weer tijd om in te rukken en we wilden aan het eind van de middag eigenlijk in Girokaster zijn. Dit is een stad in het zuidwesten, niet ver van de Griekse grens. Het is een soort museum stad, zeg maar het Orvelte van Albanië. Op een berg staat een oud fort / kasteel en erom heen bevindt zich de oude stad. Na alle kilometers van vandaag vonden we het tijd om wat cultuur op te snuiven. Maar de weg er naar toe was een regelrechte ramp. Zo slecht hebben we nog niet mee gemaakt. Het gebied is prachtig, hoge bergen en schitterende valleien, maar op sommige lange stukken is er geen sprake van een weg, maar van een karrespoor.
De weg zelfs helemaal verdwenen....
De schokbrekers en vering hebben ongelooflijk veel te verduren gehad en we zijn blij dat we geen lekke banden hebben opgelopen. Op plekken is het echt heel erg triest en maar amper te doen. Rustig blijven is het motto, maar na 4 uren ben je het wel een beetje zat. Een mooie onderbreking was het ziekenhuis in Ersekë, waar we al onze meegebrachte kinderspullen hebben afgegeven. De directeur was de enige die Engels sprak en moest eerst worden opgebeld. Toen hij kwam hebben we hem de situatie uitgelegd en er werden hulptroepen opgeroepen om te helpen sjouwen met de dozen speelgoed en knuffels, en de zakken kleding ( Alex, je voetbal is achter gebleven in Pogradec, we hebben er een kleine jongen heel erg blij mee gemaakt ). We weten zeker, gezien de reactie van de mensen die hielpen sjouwen, dat alle spullen goed terecht zijn gekomen in dit op het oog oude streekziekenhuis.
Op naar Girokaster met een verblindende 17 km per uur gemiddeld. Tijdens een broodje aan de rand van de weg stopte er een auto met een familie waarvan een dochter erg goed Engels sprak. Ze waren erg in ons doen en laten geïnteresseerd en deze dochter was de vertaler van de vragen en antwoorden tussen beide. Dit gebeurt zomaar, en maakt het erg leuk.
Praatje langs de weg
Tijdens het gesprek langs de weg stopt er een patserige Porsche Cayenne ( ter info: erg duur ), waarvan de bestuurder met grote trots vertelt dat hij in Rotterdam is geweest ( “ Holland is the best “ ) en plank gas geeft en weg scheurt. Om te voorkomen dat de vooras van de bus breekt op dit wegdek proberen wij dit maar niet. We hebben de familie uitgewuifd en zijn doorgereden. Onderweg nog een paar kinderen op winegums getrakteerd en uiteindelijk bereikten we Girokaster. Hier bleek geen camping te zijn en hebben we ons door een hotelpropper een kamer bij zijn moeder aan laten smeren. In eerste instantie leek dit ons geen goed idee gezien de klim die de bus moest doorstaan richting ouderlijk huis. Hij trok ons bijna in zijn landrover om de kamer te laten zien. Het huis van zijn moeder bleek een klein hotel met een prima hotelkamer met een groot bed en fijne douche. De belofte van gratis koffie, een ontbijt en dit inclusief overnachting voor € 25,-heeft ons niet lang meer doen nadenken. De moeder blijkt een erg vriendelijke en lieve oude vrouw, die graag van alles van ons wil weten. Onder het genot van een bakkie kamillethee ( joepie ! ) vraagt ze ons het hemd van het lijf in het Albanees. Met handen en voeten en begrijpend knikken komen we een heel eind.
Girokaster
We zijn de stad in geweest om authentiek Albanees te eten en Sipke tevens om de smaak van kamille weg te spoelen met een halve liter bier. Morgen om 9 uur heeft Sipke een afspraak bij de plaatselijke kapper om het dons van de schedel te laten scheren. Je gaat de foto’s van dit gebeuren zien op dit kanaal. Tot zover dit bericht van Sip en Ien, die zich ontzettend vermaken in dit verbazingwekkende, maar geweldige land. Als je ons ooit tegen komt in het programma “ Ik vertrek “ is de kans groot dat we hierheen vertrekken. Dan niet in de bus, maar met een robuuste 4X4. Tot horens !!!!!
Bushokje als hangplek voor de jeugd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten